OM eist 3,5 jaar cel tegen Rai Vloet voor dodelijk ongeval A4
Geplaatst op 20 maart 2023, om 11:40 uurHAARLEM – In de strafzaak tegen profvoetballer Rai Vloet heeft het Openbaar Ministerie maandag 42 maanden cel geëist. Ook eiste de officier een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vier jaar. De 27-jarige middenvelder staat in de rechtbank in Haarlem terecht voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval waarbij de 4-jarige Gio Roos om het leven kwam. Het ongeval vond plaats op de A4 bij Hoofddorp op 14 november 2021.
Vloet wordt ook verdacht van rijden onder invloed. Op de zitting erkende hij sterke drank te hebben gedronken voordat hij in de auto stapte na een vroegtijdig beëindigd feestje in Amsterdam. Vloet zat met een vriend in de auto toen hij rond middernacht op de andere auto inreed, zonder te remmen.
“De klap moet enorm geweest zijn”, zei de aanklaagster. “De auto van de familie kwam 200 meter verderop tot stilstand. De achterkant was volledig in elkaar gedrukt.”
Vloet reed tientallen kilometers harder dan 130 per uur, zei de officier. Ze baseert zich op verklaringen van getuigen. Die noemden snelheden van 150 tot 200 kilometer per uur. Vloet zou vlak voor het ongeluk 203 kilometer per uur hebben gereden, blijkt uit data van zijn eigen auto. De officier houdt een marge aan en gaat uit van 193 kilometer per uur.
Vloet zat met een vriend in de auto toen hij rond middernacht op de andere auto inreed. De vriend van Vloet nam aanvankelijk de schuld op zich, door zich voor te doen als de bestuurder, erkende Vloet tegenover de rechtbank. “De wijze waarop hij zich heeft gedragen na het ongeluk is allesbehalve fraai”, aldus de officier. Ze noemde het gedrag “onverteerbaar voor de ouders”. Ook vindt ze dat Vloet als profvoetballer een voorbeeldfunctie heeft. “Die laat zich moeilijk rijmen met alcoholgebruik.”
De nabestaanden van Gio vroegen de rechtbank om Vloet in voorarrest te nemen, uit angst dat hij in Rusland blijft, waar hij voetbalt bij FK Oeral. De advocaat van de nabestaanden noemde het tijdens de strafzaak tegen Vloet “aannemelijk dat hij zich zal onttrekken aan de straf die de rechtbank hem zal opleggen”. De officier van justitie ging daar niet in mee. Ze ziet geen risico’s voor vluchtgevaar en wees erop dat verdachten in vergelijkbare zaken de mogelijkheid krijgen om een eventueel hoger beroep in vrijheid af te wachten.