OM eist celstraf en TBS voor twee mannen die aanslag pleegden op Groninger journalist - 112 Nederland

OM eist celstraf en TBS voor twee mannen die aanslag pleegden op Groninger journalist

Geplaatst op 5 juli 2022, om 13:30 uur

“Zonder persvrijheid, geen democratische rechtsstaat. De pers is onmisbaar als één van de controlerende machten, de pers moet onafhankelijk en vrij zijn. Maar de pers staat onder druk. Niet door radicale gedachten of toenemende polarisatie van standpunten, maar door intimidatie en geweld. Daar gaat dit proces over.”

Dit zijn woorden van de officier van justitie tijdens het proces tegen twee mannen uit Groningen tegen wie hij een celstraf van vijf jaar en TBS met voorwaarden eist. De mannen van 32 en 33 jaar worden verdacht van het in de nacht van 18 op 19 januari 2021 gooien van drie molotovcocktails in en tegen het huis van journalist Willem Groeneveld en zijn partner in de Stad-Groningen.

Complotdenkers en complottheorieën
De verdachten bekennen de daad. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) is het overduidelijk dat zij zijn beïnvloed door complottheorieën en opgehitst door complotdenkers. Groeneveld schrijft op de site Sikkom kritisch over deze theorieën en denkers.

De verdachten zien de journalist enkele uren voor het gooien van de brandbommen nog bij een demonstratie. Later op die avond smeden zij, onder invloed van alcohol en drugs, plannen tegen hem. Zij spreken over het spuiten van graffiti en het gooien van een baksteen. Maar uiteindelijk besluiten zij molotovcocktails te gaan gebruiken. Vlak voor het bezoek aan het huis van Groeneveld neemt een van de verdachten nog een filmpje op. Daarin zegt hij “drie molo’s te gaan gooien bij een journalist, een vieze nazi.”

Volgens de officier van justitie zijn de verdachten mede beïnvloed door een complotdenker die in een internetfilmpje smadelijk spreekt over de journalist en hem misdadig noemt, “erger dan de NSB”. Deze complotdenker is vorige week door de rechtbank in Den Haag nog veroordeeld tot een celstraf van vijftien maanden, waarvan vier voorwaardelijk. Dit vanwege vergelijkbaar handelen in andere zaken.

Brandstichting en poging moord
Het OM verdenkt de twee verdachten van brandstichting, waarbij reëel levensgevaar te duchten is, en een poging moord. De officier van justitie vindt dat beide strafbare feiten bewezen kunnen worden.

Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de molotovcocktails en de plek waar deze zijn terechtgekomen. Zij constateren dat deze heel geschikt waren om een brand te veroorzaken. Groeneveld en zijn partner hebben geluk gehad met de precieze plek waar en de wijze waarop de flesjes geland zijn. Het NFI acht het ‘zeer vermoedelijk’ dat bij het ontdekken ervan de molotovcocktails uit zichzelf zouden zijn gedoofd. Waren ze alleen net wat anders neergekomen en was het vuur niet ontdekt, had dit een grote uitslaande dodelijke brand kunnen zijn. “Als je midden in de nacht, terwijl mensen liggen te slapen, meerdere brandende molotovcocktails tegen de deur legt en naar binnen gooit, is het naar algemene ervaringsregels voorzienbaar dat daar een dusdanige brand ontstaat dat daardoor levensgevaar te duchten valt. Het is niet of nauwelijks voorstelbaar dat beide verdachten dat niet hebben ingezien, ” zegt de officier van justitie.

Door het gooien van de molotovcocktails hebben de verdachten volgens het OM geprobeerd Groeneveld en zijn partner te vermoorden. Slechts toeval heeft ertoe geleid dat de brand beperkt is gebleven. De verdachten hadden in deze omstandigheden moeten weten dat het brandstichten op deze wijze kon leiden tot het doden van iemand. Zij hebben op de koop toegenomen dat dat zou kunnen gebeuren. Daarnaast is er volgens de officier van justitie sprake van voorbedachte raad. “Er waren zoveel momenten waarop zij zich hadden kunnen bezinnen en beraden om het niet te doen.”

“Als je midden in de nacht, terwijl mensen liggen te slapen, meerdere brandende molotovcocktails tegen de deur legt en naar binnen gooit, is het naar algemene ervaringsregels voorzienbaar dat daar een dusdanige brand ontstaat dat daardoor levensgevaar te duchten valt.”


Verminderrd toerekeningsvatbaar
Een aanslag op een journalist, en zijn eveneens in de journalistiek werkzame partner, vraagt om het opleggen van een langdurige gevangenisstraf. Daarbij dient wel gekeken te worden naar de achtergrond van verdachten.

De 32-jarige verdachte is opgegroeid onder ongunstige omstandigheden, is verwaarloosd in zijn jeugd, verstandelijk beperkt, getraumatiseerd en gebutst. Zijn levensverhaal is aangrijpend. Na zijn achttiende gebruikt hij drugs; er is sprake van een stoornis. Hij heeft echter geen noemenswaardig strafblad.

Voor de andere verdachte geldt eveneens dat hij wel wat op zijn kerfstok heeft, maar dat dat in geen verhouding staat met de feiten waarvan hij nu wordt verdacht. Ook deze verdachte heeft een psychiatrische stoornis, gestimuleerd door drugsgebruik.

De psychiater en psycholoog constateren dat beide verdachte verminderd toerekeningsvatbaar zijn voor hun daad. Samen met de Reclassering adviseren zij daarom TBS met voorwaarden op te leggen; ook omdat de kans op het weer in de fout gaan groot is. De officier van justitie gaat daarin mee, waarbij hij naast de celstraf en de TBS-maatregel ook een gedragsbeïnvloedende maatregel eist. Kort gezegd is dat een maatregel waarbij beide verdachten na het uitzitten van de straf en het ondergaan van TBS nog langdurig toezicht kunnen krijgen van betrokken instanties.

“Het onderzoeken, duiden en inspireren. Ik hoop dat hij en zij dat blijven doen en daarmee de maatschappij en de democratie blijven dienen.”