Jeugddetentie voor steekpartij in winkelcentrum in Delft
Geplaatst op 1 april 2022, om 05:02 uurDe jeugdstrafkamer van de rechtbank Den Haag heeft vandaag twee minderjarige verdachten veroordeeld tot tien maanden jeugddetentie, deels voorwaardelijk, voor een steekpartij met machetes op klaarlichte dag in een drukbezocht winkelcentrum in Delft in december 2021. Tijdens de confrontatie in het winkelcentrum hebben de verdachten samen met een andere jongen het slachtoffer meerdere keren met machetes geslagen en gestoken. Het een wonder dat het slachtoffer slechts relatief licht gewond is geraakt. Nadat het slachtoffer uit het winkelcentrum wist te ontkomen, hebben de verdachten hem samen met een grotere groep jongens bij een bakkerij belaagd en bedreigd met machetes en een luchtdrukwapen. Naast de jeugddetentie legt de rechtbank aan de verdachten de zogenoemde GBM-maatregel op. Deze vrijheidsbeperkende maatregel is gericht op heropvoeding en bestaat uit verschillende trainingen en behandelingen. Een derde – net meerderjarige – verdachte is volgens het jeugdstrafrecht veroordeeld tot vijf maanden jeugddetentie voor de bedreiging en het openlijk geweld.
Grote zorgen over messenbezit onder jongeren
De rechtbank heeft vastgesteld dat de achtergrond van de confrontatie gelegen is in de drillrapscene. Uit berichten in de media blijkt dat steeds meer jongeren – zowel binnen als buiten deze scene – (grote) messen bij zich dragen. De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en de daarmee samenhangende toename van steekpartijen onder jongeren. Ook in deze strafzaken blijkt dat jongeren op straat regelmatig messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken en meer algemeen in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer steekincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem.
Signaalfunctie
De rechtbank heeft ten aanzien van alle drie de verdachten een hogere jeugddetentie opgelegd dan door de officier van justitie is geëist. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat de gepleegde feiten voor veel onrust in de maatschappij hebben gezorgd en drillrap en wapenbezit onder jongeren een sterk gevoel van onveiligheid teweegbrengt. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.