Ambulancemedewerker bestraft voor veroorzaken aanrijding - 112 Nederland

Ambulancemedewerker bestraft voor veroorzaken aanrijding

Geplaatst op 16 augustus 2022, om 13:50 uur

NIJMEGEN – De rechtbank veroordeelt een 55-jarige ambulancemedewerker voor het veroorzaken van een aanrijding in Nijmegen, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en legt hem een voorwaardelijke taakstraf van 90 uur en rij-ontzegging van 6 maanden op.

Op 6 september 2021 reed de man als bestuurder van een ambulancevoertuig over de Prins Mauritssingel in Nijmegen. Hij was onderweg naar een spoedmelding en reed gemiddeld 113 kilometer per uur. Terwijl hij het kruispunt met de Turennesingel naderde, was de ambulancemedewerker bezig met het wisselen van rijbaan. Vervolgens reed hij het kruispunt over en negeerde het verkeerslicht dat al 11 seconden op rood stond, waarna hij het slachtoffer aanreed. Het slachtoffer liep zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een slagaderlijke bloeding, een gebroken sleutelbeen en een nek- en rugwervelfractuur.

Artikel 6 Wegenverkeerswet 1994
Anders dan zijn advocaat, oordeelt de rechtbank dat de ambulancemedewerker zich schuldig heeft gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag, zoals bedoeld in artikel 6 WVW. Verdachte zag het kruispunt en het rode verkeerslicht niet en reed bovendien met een te hoge snelheid. Met dit rijgedrag heeft hij de voorschriften van de Brancherichtlijn niet nageleefd.

Veel impact
De rechtbank houdt bij de strafbepaling rekening met het feit dat de man na de aanrijding eerste hulp verleende en later probeerde om in contact te komen met het slachtoffer. Ook speelt mee dat de aanrijding een grote impact op hem heeft gehad, hij een cursus rijvaardigheid volgde en voorzichtiger is gaan rijden. Tot slot overweegt de rechtbank dat de ambulancemedewerker een blanco strafblad heeft en voor zijn werk in sterke mate afhankelijk is van zijn rijbewijs.

Foto’s: Persbureau Heitink