Tien jaar gevangenisstraf geëist tegen 71-jarige man voor doodslag op echtgenote

TUITJENHORN – Vrijdag heeft de officier van justitie tien jaar gevangenisstraf geëist tegen een 71-jarige man uit Tuitjenhorn, die wordt verdacht van doodslag op zijn 68-jarige echtgenote.

De man bracht zijn vrouw op 22 december 2023 om het leven. In oktober van dat jaar ontdekte hij dat zijn vrouw een relatie had met een andere man. Ze probeerden hun relatie nog te redden, maar uiteindelijk liet de vrouw weten dat ze niet met hem verder wilde. Die avond in december ging de vrouw naar bed, terwijl haar man rond 22.45 uur naar de slaapkamer kwam. Na een gesprek waarin de vrouw duidelijk maakte dat ze niet verder wilde, wurgde hij haar. Toen hij haar levenloze lichaam naast het bed zag liggen, realiseerde hij zich wat hij had gedaan en probeerde zichzelf van het leven te beroven. De volgende middag vond de dochter van het echtpaar haar zwaargewonde vader in de badkamer. Hij bekende tegenover haar dat hij zijn vrouw, haar moeder, had gedood. Ook tegenover de politie gaf hij toe zijn vrouw om het leven te hebben gebracht.

De officier van justitie moest bepalen of de man zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag of moord. Moord vereist voorbedachten rade, terwijl doodslag in een opwelling gebeurt. De man had een afscheidsbrief op zijn telefoon waarin hij schreef dat hij niet verder wilde leven vanwege de affaire van zijn vrouw en dat hij haar met zich mee zou nemen. Hij verklaarde dat hij de brief had geschreven en pas na de daad de laatste zin had toegevoegd, wat betekent dat er geen voorafgaand plan was.

Het Openbaar Ministerie (OM) merkte op dat de man zonder wapen naar boven ging en dat verwurging meestal meer bij een opwelling past dan bij planmatig handelen. Een psycholoog stelde vast dat de verdachte een stoornis had waardoor hij zijn emoties niet in de hand had en de situatie niet kon accepteren. De officier van justitie concludeerde dat de emotionele achtbaan waarin de verdachte verkeerde, geen ruimte liet voor ‘kalm beraad en rustig overleg’, wat noodzakelijk is voor een moordveroordeling. Daarom wordt het beschouwd als doodslag. De officier van justitie benadrukte dat de verdachte zijn dochter haar moeder en zijn kleinkind een oma heeft ontnomen. Hij nam het leven van het slachtoffer terwijl zij kwetsbaar was in haar eigen huis en bed. De traumatische ervaring van het vinden van haar ouders onder zulke omstandigheden zal de dochter haar hele leven met zich meedragen.

De officier van justitie hield rekening met de stoornis van de verdachte, die hem licht verminderd toerekeningsvatbaar maakt. Ondanks zijn hoge leeftijd van 71 jaar, besloot de officier hier geen rekening mee te houden, aangezien dit geen recht zou doen aan de situatie van het slachtoffer, die 68 jaar was toen haar leven werd genomen. Alles afwegende kwam de officier van justitie tot de eis van een gevangenisstraf van tien jaar, met aftrek van het voorarrest.