OM eist 29 jaar celstraf voor opdrachtgever moord
Geplaatst op 6 mei 2024, om 13:56 uurAMSTERDAM – Maandag heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 29 jaar en negen maanden geëist tegen een 43-jarige man uit Amsterdam. Hij wordt onder andere verdacht van het opdracht geven tot een liquidatie, die resulteerde in de dood van Djordy Latumahina op 8 oktober 2016, met zware verwondingen voor zijn vriendin. Latumahina reed in een auto die leek op die van het beoogde doelwit.
De fatale schietpartij vond plaats in de parkeergarage onder het appartementencomplex van het slachtoffer. Zijn vriendin raakte ernstig gewond, terwijl hun tweejarige dochtertje op de achterbank in een kinderstoeltje zat en ternauwernood aan de kogels ontsnapte. Vijf personen zijn eerder veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de moord en pogingen tot moord op de vriendin en dochter van het slachtoffer.
Het politieonderzoek, inclusief getuigenverklaringen en analyse van versleutelde PGP-berichten, levert volgens het OM voldoende bewijs dat de verdachte de opdracht voor de moord heeft gegeven. Daarnaast wordt hij verdacht van het voorbereiden van een andere liquidatie en het leiden van een criminele organisatie gericht op geweldsmisdrijven. De verdachte, die vandaag voor de rechter staat, wordt ervan beschuldigd dat hij samen met anderen een moord in Berlijn in 2015 heeft voorbereid. Uit ontsleutelde berichten blijkt zijn betrokkenheid bij de plannen, waarin hij het belang van de moord benadrukte en betalingen en telefoons voor zijn medeverdachten regelde.
De officier van justitie benadrukte in haar betoog dat het voorbereiden van liquidaties en het leiden van een criminele organisatie ernstige misdrijven zijn, maar dat de moord op Djordy Latumahina van een andere orde is. Het gewelddadige en meedogenloze gedrag van de verdachten heeft volgens haar onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden van Latumahina. De verdachte werd op 23 mei 2021 in Spanje gearresteerd en op 7 juni 2021 aan Nederland uitgeleverd, waar hij sindsdien vastzit. Omdat de behandeling van de zaak tegen de verdachte vandaag pas inhoudelijk plaatsvond, is de redelijke termijn overschreden. Daarom heeft de officier haar strafeis met drie maanden verminderd, waardoor de eis uitkomt op 29 jaar en negen maanden gevangenisstraf.