Negen jaar cel geëist voor doodslag op zoontje van 7 weken

Negen jaar cel geëist voor doodslag op zoontje van 7 weken

Geplaatst op 20 juni 2024, om 13:38 uur

BREDA – Het Openbaar Ministerie (OM) eist een gevangenisstraf van negen jaar tegen een 21-jarige man uit Breda voor doodslag op zijn zoontje. De baby van zeven weken overleed vorig jaar aan de gevolgen van fysiek geweld. “Hij was volledig van de zorg van verdachte afhankelijk en had nog een heel leven voor zich moeten hebben. Maar aan dat leven is door verdachte abrupt een einde gemaakt”, sprak de officier van justitie woensdag.

Op de vroege ochtend van 29 maart 2023 ontdekt de moeder van de baby dat haar partner en hun jonge kind niet bij haar in bed liggen. Beneden treft ze de man aan met hun zoon in zijn armen. De vrouw ziet meteen dat het niet goed gaat met het jongetje: de baby beweegt niet, ziet bleek en voelt koud aan. Via de spoedeisende hulp in Breda wordt de baby met spoed naar het ziekenhuis in Rotterdam gebracht waar hij twee dagen later, op 31 maart, overlijdt.

Kindermishandeling

Een arts heeft dan al geconstateerd dat er vermoedelijk sprake is van kindermishandeling. De baby heeft zware hersenschade, bloeduitstortingen in de ogen en meerdere gebroken ribben. Uit sectie blijkt dat het letsel moet zijn veroorzaakt door (veelvuldig) schudden en/of stoten en stompen. Vier al genezende ribbreuken wijzen op eerdere geweldsincidenten.

Tijdens het onderzoek ‘Goud’ zijn alle ogen gericht op de vader, omdat hij tussen 28 maart 2023 23.45 uur en 29 maart 6.30 uur als enige in het bijzin van de baby verkeerde. In dat tijdsbestek is het fatale hersenletsel ontstaan, zo stelt een deskundige vast. Volgens beide ouders maakte het kind de uren daarvoor een gezonde indruk, iets wat bevestigd wordt door een fysiotherapeut en vrienden van de verdachte.

Op basis van het deskundigenrapport concludeert het Openbaar Ministerie dat alleen de vader en niemand anders verantwoordelijk kan zijn voor het toegebrachte letsel. Hij zag de baby op de avond van 28 maart als laatste, en op de vroege ochtend van 29 maart als eerste. In (afgeluisterde) gesprekken biecht de verdachte op dat hij zijn zoontje hard heeft geschud, maar in latere verhoren komt hij terug op die bekentenissen.

Zeer gewelddadig schudden

“Als we het hebben over het schudden van een jonge baby, waarbij dermate ernstig hersenletsel ontstaat, dan moet er volgens deskundige sprake zijn geweest van zeer gewelddadig schudden”, zei de officier van justitie over de verwondingen die de baby had opgelopen. “Wakker schudden’ zoals verdachte het omschrijft, waarbij hij ook het hoofdje zou hebben ondersteund, komt hierbij niet in de buurt.”

Dat de verdachte nooit heeft willen vertellen wat zich tijdens die bewuste avond en nacht precies heeft afgespeeld en oppervlakkig heeft verklaard, is voor het OM strafverzwarend. “Hij is niet met antwoorden gekomen. Ook vandaag niet. Hij houdt het op een zwart gat waarin hij terecht is gekomen’’, zei de officier van justitie over de verdachte. “Kennelijk is er zoveel kapot gegaan dat het niet meer deert dat alle mensen die hier vandaag zijn van verdachte willen horen hoe het écht zit. Het is bijzonder pijnlijk om dit te zien gebeuren. Daarmee heeft hij geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag.”

Het OM vindt dat er sprake is van voorwaardelijke opzet, omdat de verdachte met zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans op de dood van de jongen heeft aanvaard. Naast een celstraf van negen jaar eist de officier van justitie dat ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (gvm) wordt opgelegd. Dit maakt het mogelijk om de verdachte ook na detentie onder toezicht te stellen, zodat het risico op herhaling van geweldsdelicten wordt geminimaliseerd.